Van de kleinste vleermuis tot de enorme blauwe vinvis, alle zoogdieren hebben gemeen dat zij hun jongen voeden met melk en dat ze hun eigen lichaamstemperatuur kunnen regelen.

Zoogdieren van de kleine spitsmuizen tot reusachtige miereneters hebben zich gespecialiseerd in het eten van insecten. Sommigen achtervolgen zelfs hun prooi in de lucht.

De planteneters hebben de grotendeels onverteerbare, stekelige en giftige planten op hun menu, door middel van een aantal spectaculaire fysieke aanpassingen.

Speciaal gereedschap zoals vlijmscherpe voortanden en een ondergrondse woning, stellen deze groep zoogdieren in staat om te smullen van wortels en zaden.

Roofdieren en prooi moeten snelheid, uithoudingsvermogen en wendbaarheid aanwenden om elkaar te slim af te zijn. En de groep jagers moet de rangorde in de gelederen onderhouden.

Een zoogdier dat een gevarieerde voeding heeft, kan zeer flexibel zijn en nieuwe omgevingen benutten, zoals de steden waar ze gedijen.

Met een perfecte gestroomlijnd lichaam en grote snelheid onder water, werden zeehonden, dolfijnen, bruinvissen en walvissen de nieuwe jagers van de zee.

Een reeks aanpassingen van klevende poten tot grijpstaarten, stellen de boombewoners in staat om te overleven. In het donkere bos spelen super zintuigen een rol.

In de dagelijkse drukke leven van een aap, komen alleen degenen met een talent voor sociale vaardigheden vooruit, hetgeen de focus verlegt naar grotere hersenen.

De wereld der natuur werd getransformeerd toen een grote aap rechtop begon te lopen: de mens. Maar waarom heeft dit geleid tot de ontwikkeling van onze buitengewone hersenen?