Pim en Pom zitten op het dak en kijken naar de sterrenhemel. Pim klimt op de schoorsteen om een ster te plukken en valt door de schoorsteen. Door het roet is hij nu net zo zwart als Pom. Pim herkent zichzelf niet meer en Pom begrijpt er ook helemaal niets van: er zijn ineens twee zwarte katten! Samen gaan ze in huis op zoek naar Pim. Maar hij is nergens te vinden. Er blijft nog een plek over: het dak, daar zagen ze Pim voor het laatst. Op het dak aangekomen is de teleurstelling groot. Pim is hier ook niet. Maar wanneer het gaat regenen spoelt het roet van het vachtje van Pim en is ie gelukkig weer terug! Hoera!

Pom is ziek en mag in het grote bed van de vrouw liggen. Hij wordt ook heel erg door haar verwend met kippenboutjes en lekkere visjes. Dat wil Pim ook wel. Hij bedenkt een plan: hij doet alsof hij ziek is en dan mag hij ook in het grote bed en heerlijke hapjes eten. Het plan lukt, maar als de dokter komt met een vies drankje, weet Pim niet hoe gauw hij het bed weer uit moet. Wanneer Pom van het doktersdrankje is opgeknapt, vindt hij Pim kreunend van de buikpijn in de gang... teveel gegeten.

Pom luistert naar het radioverslag van een wedstrijd van de Olympische Spelen. Het is reuzespannend. Pim zou dat ook moeten horen. Maar Pim is bezig met een olympische turnoefening op de rand van de badkuip. Tijdens de handstand valt hij in het badwater. Pom redt hem. Samen vallen ze in de emmer met schoonmaakspullen. Dat vindt Pim leuk: sponzen om op te glijden over de badkamervloer. Het lijkt wel schaatsen. Samen zwieren Pim en Pom als volleerde schaatsers over het ijs. Het vogeltje begeleidt hen met vrolijk gefluit. Wanneer de vrouw plotseling binnenkomt schrikken Pim en Pom. Maar ze is niet boos want de badkamervloer is stralend schoon.

De nichtjes van de vrouw komen spelen. Pim en Pom zetten op zolder het speelgoed klaar. Pim wil riddertje spelen met de nichtjes en Pom wil schooltje spelen. De nichtjes blijken niet zulke leuke speelkameraadjes. Ze duwen Pim in de poppenwagen en zetten Pom in de vogelkooi. Wanneer ze naar beneden worden geroepen voor thee met taartjes, laten ze Pim en Pom aan hun lot over. Pim bevrijdt zich zelf uit de poppenwagen en bevrijdt Pom uit zijn gevangenis. Eenmaal beneden blijken de nichtjes alle taartjes te hebben opgegeten. Wat een pech voor Pim en Pom. Maar gelukkig heeft de vrouw een taartje voor hen gered!

Pim en Pom zitten voor het raam en zien in de sneeuw een zwerfkat eten uit een vuilnisbak. Ze hebben medelijden met de zwerfkat en vragen hem binnen en bieden hem een grote vis aan. De zwerfkat smult, maar wil snel weer naar buiten. Daar is het echte leven, vol avonturen. Pim en Pom willen ook wel op avontuur en gaan achter hem aan. Het leven buiten valt onze huiskatten flink tegen: tijdens het zingen met een groep zwerfkatten krijgen Pim en Pom een emmer water over zich heen, ze vinden niks lekkers te eten en buiten in de sneeuw slapen onder een ouwe krant is eigenlijk ook niks voor ze. Ze zijn toch echte huiskatten. Dus snel naar huis.

Pim en Pom bedenken wat ze willen worden: brandweerman, professor of: fijnproever! Als fijnproever keur je sardientjes in de sardientjesfabriek. Dat lijkt Pim en Pom een prachtig beroep. Pom gaat in het restaurant alle visjes proeven en Pim werkt aan de lopende band. Daar moet hij de rotte van de lekkere visjes scheiden. Het fijnproeven loopt voor allebei helemaal uit de hand. Nee, werken is toch echt iets voor mensen.

Pim en Pom doen wie het dapperst is. Pim durft zelfs op de hoge boekenkast te klimmen! Pom vindt dat veel te eng. Wanneer tijdens het klimmen een dik boek uit de kast valt, leest Pom hieruit voor. Er staan verhalen in over de dappere avonturier Pim die door de woestijn trekt, vliegt in een luchtballon en bijna gekookt wordt door de kannibalen! Wanneer Pim weer van de boekenkast naar beneden wil springen, durft hij niet. Pom moedigt hem aan. Pim is toch een dappere avonturier?

De vrouw is aan het stofzuigen. Pim en Pom zijn doodsbang voor de stofzuiger en noemen hem de alleseter. Ze kruipen angstig weg onder de bank. Wanneer de telefoon gaat en de stofzuiger is afgezet, gaat Pim op onderzoek uit. Is die alleseter wel zo eng? Hij doet ineens helemaal niks meer! Pim durft op de alleseter sleetje te rijden, te skateboarden en zelfs te dansen. Maar dan drukt ie op het knopje en gaat de alleseter ervandoor, met Pim op z'n rug! Pim weet het wilde dier te temmen en nodigt Pom uit voor een ritje op de alleseter. Als dat maar goed afloopt!

Pim wil graag buiten spelen, maar Pom heeft geen zin. Hij wil binnen een spelletje doen. Daar heeft Pim helemaal geen zin in. Hij gaat liever met Kees de buurhond spelen. Pim gaat paardjerijden op de rug van Kees en hij leert hem hoe hij vogels moet jagen. Als Pom ook mee wil spelen, mag dat niet van Pim. Pom is boos, maar ziet de voordelen van het alleen zijn: meer plek in de mand en een dubbele portie eten. Kees blijkt helemaal niet goed op vogels te kunnen jagen en dan mist Pim zijn vriendje Pom toch wel. Ook Pom gaat zijn vriendje steeds meer missen. Zo alleen is er niks aan. Gelukkig komt het weer goed en gaan ze samen naar de visboer.

Pim is vreselijk zenuwachtig want hij is morgen jarig en hij wil heel graag een echt verjaardagsfeestje. Hij kan er niet van slapen. De volgende morgen lijkt iedereen zijn verjaardagsfeest te zijn vergeten. Pim wordt er helemaal verdrietig van: geen taart, geen vriendjes met cadeautjes... Maar net als hij alle hoop op een partijtje heeft opgegeven roept Pom hem naar het dak. En als Pim daar aankomt barst er een echte surpriseparty los. Het wordt de mooiste verjaardag!

Pim en Pom zijn vrienden door dik en dun. Pim, de grijsgestreepte poes, is eigenwijs en ondernemend, terwijl de zwartharige Pom bedaard is en eigenlijk alles beter weet. Samen beleven ze avonturen in en om het huis.

De vrouw gaat met Pim en Pom kamperen in het bos. De auto met de caravan staat al klaar. Maar eenmaal in het bos willen Pim en Pom slapen in een tent want dat is pas echt kamperen! Ze willen ook hun eigen visjes vangen... Maar als het 's nachts gaat regenen wil Pim wel graag slapen in de warme caravan. Maar Pom vindt dat ze moeten volhouden. Ze zijn tenslotte echte kampeerders. Gelukkig komt de vrouw wat pannetjes brengen om de ergste regen op te vangen.

Pim en Pom liggen in de tuin, lekker in het voorjaarszonnetje. De vrouw is het tapijt aan het kloppen. Pom vertelt dat je in sprookjes op zo'n tapijt kan vliegen. Dat wil Pim wel eens proberen. Ze gaan op het tapijt zitten, doen hun ogen dicht, zeggen Simsalabim... en daar vliegen ze boven de woestijn. Pim vindt de olielamp van Aladdin en wrijft de geest uit de lamp. Nu beginnen de avonturen pas goed: Pim wenst een gouden schat, maar daar komen de veertig rovers al aan. Snel vraagt Pim aan de geest de rovers weg te jagen. Ook die wens gaat in vervulling. Als laatste wenst Pim weer terug naar huis te mogen. Zou ook die wens in vervulling gaan?

Pim en Pom kijken geïnteresseerd naar de vrouw die 'iets' aan het maken is van rode wol. Wanneer ze even de kamer uitgaat, zien Pim en Pom hun kans schoon om het rode ding te onderzoeken. Volgens Pom is het een rood katje en heet ze Annabel. Pim en Pom maken ieder op hun eigen manier Annabel het hof. Maar worden ze echt verliefd op een rode, wollen muts?

Pim en Pom mogen een dagje met de vrouw mee naar een boerderij. Daar maken ze kennis met twee echte boerenpoezen. Pim en Pom vinden het boerenleven geweldig. Ze spelen met hun nieuwe vriendjes in de hooiberg en jagen achter de kippen aan. Maar als het etenstijd is, moeten ze muizen vangen, zoals alle boerenpoezen! Maar Pim en Pom zijn helemaal niet gewend om muizen te vangen en op te eten. Pim krijgt er zelfs een enge droom van.

Pim en Pom spelen schooltje op zolder. Pim wil liever iets spannends doen. Bijvoorbeeld Pom aan het schrikken maken. Als dat niet lukt besluiten ze samen, als twee spoken onder een laken, de vrouw te laten schrikken. Maar dan doet de vrouw het licht op zolder uit. Pim en Pom zijn nu zelf bang in het donker. Zijn de spullen op zolder echte spoken? Als het licht weer aangaat roept Pim dat ie helemaal niet bang was, maar is dat wel zo?

De vrouw oefent op de piano. Als ze klaar is laat Pom zien dat hij zelf veel beter piano kan spelen. Pim wil ook muziek maken en gaat drummen op een pan. Ze maken een enorm kabaal. Toch zouden ze wel heel graag echte muzikanten zijn. Ze fantaseren dat ze voor een groot publiek staan dat heel hard boeeee roept omdat ze zo lelijk spelen. Pim en Pom begrijpen dat ze samen moeten spelen om goede muziek te maken. Gelukkig komt het vogeltje hen te hulp.

Pom leest graag de krant. Pim wil ook wel eens in de krant. Pom legt uit dat je dan iets bijzonders moet hebben gedaan. Pim bedenkt dat hij misschien wel in de krant kan komen door een kind redden uit de sloot, en Pom hoopt zijn naam in de krant te lezen wanneer hij een belangrijk boek heeft geschreven. Maar dat zijn allemaal dagdromen. Ze moeten een echte heldendaad verrichten. Als ze een Siamese kat in nood zien, twijfelen ze geen moment. Ze gedragen zich als echte helden en redden de Siamees. En zo staan ze toch de volgende dag in de krant!

De nieuwe vriend van de vrouw komt vanavond eten. Als Pim en Pom kennis met hem willen maken blijkt hij niet erg dol op katten te zijn. Pim en Pom maken zich grote zorgen. Als de vrouw zo verliefd is, hoe zal het dan met hen aflopen? Misschien moeten ze dan wel buiten slapen of stuurt de vrouw hen weg! Pom heeft een idee. Samen doen ze heel veel verschillende kruiden in de kip die de vrouw klaarmaakt voor de vriend. Maar in plaats van vies blijkt de kip blijkt juist heerlijk te zijn en als de vriend de vrouw een kus wil geven, raken Pim en Pom echt in paniek. Hoe zal dat aflopen?

Pom heeft heel erge trek in lekker eten. Hij ruikt heerlijke geuren die bij de buren vandaan komen. De nieuwe buurpoes die luistert naar de naam Pastei nodigt Pom uit om bij hem te komen eten. Pim waarschuwt Pom: 'Pas maar op. Straks word je net zo dik als Pastei', roept hij hem na. Pom geniet bij Pastei aan tafel van een overdadig, exotisch diner. Hij eet zijn buikje helemaal rond. Zo rond dat hij niet meer door het gat in de schutting past. Pim komt hem te hulp. Als Pom bezorgd is over zijn dikke buik, weet Pim raad.

Pim en Pom soezen in de tuin. Ze vervelen zich een beetje, wat zullen ze eens gaan doen? Pom bedenkt dat ze kunnen spelen dat de tuin Afrika is en dat ze samen op safari gaan, op zoek naar wilde dieren. Dat vindt Pim een goed idee en samen trekken ze door de jungle. Ze zien een olifant en een nijlpaard, krokodillen en zelfs een leeuw. Maar dan willen ze weer terug naar huis, want zo'n safari is spannend, maar ook best eng. Hoe zal dat aflopen?

Pom maakt een toverdrankje. Als je van het toverdrankje drinkt word je heel sterk en durf je alles, vertelt hij aan Pim. Als Kees de buurhond langskomt, mag hij een slokje nemen van het toverdrankje. Kees wil wel sterk zijn en alles durven, dus hij neemt een flinke slok en gaat de gevaarlijke buurhond op z'n kop geven! Pim en Pom nemen ook een slokje. En ja hoor: ze durven ook wat ze eigenlijk niet durven: ze zwemmen in de vijver en klimmen in de hoogste boom. Maar dan komt Kees terug. Hij heeft een pleister op zijn neus en een verband om zijn poot. Dat heeft de buurhond gedaan. Het toverdrankje werkte helemaal niet!

Pim en Pom gaan met de vrouw een dagje naar het strand. Dat is fijn! Maar tot hun grote schrik gaan de nichtjes ook mee! Op het strand bouwen Pim en Pom een prachtig zandkasteel. Ze zijn er reuze trots op. Maar als de nichtjes langskomen, trappen ze het mooie zandkasteel helemaal kapot. Pim en Pom zijn heel verdrietig, maar ze laten het niet op zich zitten. Ze bedenken een manier om wraak te nemen. Ze gaan de nichtjes ingraven. En dat kunnen ze heel erg goed...

Het is heel erg slecht weer. Het dondert en bliksemt buiten. Als de deurbel gaat, rennen Pim en Pom naar beneden. Ze zien een man met een gek ding onder zijn arm binnenkomen. Pim en Pom zijn heel erg nieuwsgierig en bekijken het gekke ding van alle kanten. Misschien is het wel een bijzonder dier? Pim wil het bijzondere dier wel even kietelen. Als hij dat doet, schiet er een enorme lichtflits door de kamer! Pim en Pom weten het nu zeker: het dier is een gevaarlijke 'bliksembrenger'! Ze verstoppen zich onder het kleed. Als de vrouw voor de bliksembrenger gaat zitten houden Pim en Pom hun ogen dicht en adem in. Zal dat wel goed aflopen?

Kees vertelt aan Pim en Pom dat hij met zijn baas meegaat op vakantie. Pim en Pom weten niet wat vakantie is, maar de zwerfkat weet precies waar de bus stopt die Pim en Pom moeten nemen als ze op poezenvakantie willen. De vakantiebus is overvol, en als Pim aan de dame naast hem vraagt of ze ook op vakantie gaat, schrikken ze ontzettend. 'Vakantie?', antwoordt ze, 'Mijn baas is met vakantie. Wij gaan naar het asiel!' In het asiel belanden Pim en Pom, net als de andere katten, in een hok. Maar gelukkig mist de vrouw haar katten en gaat ze hen zoeken.

Pim en Pom liggen in de tuin. Daar komt een bal de tuin ingerold. Het is de bal van buurhond Kees. Met z'n drieën gaan ze pootballen. Kees is de keeper en Pim en Pom schieten om de beurt op het doel. Het wordt een echte pootbalwedstrijd. Pim en Pom gaan helemaal op in hun spel. Het vogeltje is scheidsrechter. Hij houdt de score bij en fluit wanneer ze vals spelen. Als Pim en Pom ruzie gaan maken, weet Kees een ander soort pootbal: lekker overspelen! En dat vinden ze alle drie heel erg leuk.

Pim en Pom kijken naar buiten en zien een deftige dame langskomen met een hele deftige poes aan een lijntje. Daar willen Pim en Pom meer van weten en ze gaan hen achterna. Eenmaal in het grote deftige huis denkt de dame dat ze vrienden van poes Madelaine zijn. Maar Madelaine vindt Pim en Pom veel te gewoon en haalt haar neus voor hen op. Wanneer ze met elkaar aan tafel gaan, laat Pom zich van zijn beste kant zien. Maar als Pim een vlieg ziet gaan ze toch allebei achter hem aan. Hoe dat afloopt? Als Pim en Pom weer buiten staan zijn ze toch wel erg blij dat zij niet deftig, maar heel gewoon zijn!

Pim en Pom kijken naar de vissen in het aquarium en vragen zich af hoe een vis dat kan: onderwater zwemmen. Dan moet je je adem inhouden weet Pom. Als ze dat heel lang zouden kunnen, dan zouden ze een kijkje kunnen nemen in onderwaterland. Dat gaan ze proberen en ze springen in het bad. Daar zien ze vissen, een zee-egel en een grote haai. Dat is schrikken! Gelukkig zijn ze net op tijd weer op het droge.

Pim en Pom spelen schooltje op zolder. Pom is de meester en hij leert Pim zijn naam schrijven. Maar Pim kan het niet, dus besluiten ze samen naar school te gaan. Daar zitten ze dan bij de kinderen in de klas. Als de juf vraagt wie zijn naam al kan schrijven, moet Pim voor de klas komen om het voor te doen. Hij wordt er helemaal verlegen van. Dan komt Pom hem te hulp en met een ezelsbruggetje voor elke letter. En zo kan Pim uiteindelijk toch zijn naam schrijven. Hij is zo trots dat hij thuis meteen schooltje gaat spelen en Pom wel honderd keer voordoet hoe je 'Pim' moet schrijven!

Op de televisie wordt verteld dat er een nieuwe bewoner is in de dierentuin: een grote zwarte panter! 'Dat is verre familie van jullie,' zegt de vrouw. Pim en Pom willen dat familielid wel eens van dichtbij zien en samen gaan ze naar de dierentuin. Wanneer ze de zwarte panter hebben gevonden, schrikken ze wel: wat is ie groot! Als ze zich netjes aan hem hebben voorgesteld, ontdekken ze dat ze veel overeenkomsten hebben. Maar heel hard brullen, dat kan de panter het best!

Vliegen als een vogel of een vlinder, dat zou Pim ook wel willen. Maar als hij hard met zijn pootjes wappert valt hij toch gewoon van de schutting op de grond. Als Pim en Pom op straat de ballonnenman zien, die zit te slapen naast een enorme tros ballonnen, krijgen ze een idee. Met die ballonnen kunnen ze misschien wel vliegen. Daar gaan ze! Hoog door de lucht langs een flatgebouw en langs de kerktoren met de torenhaan. Wat is dat spannend! Maar Pim wordt misselijk van het vliegen en dus zet Pom de daling in. Gelukkig komen ze veilig op de grond. Maar de ballonnenman is wakker geschrokken en hij is helemaal niet blij.

De vrouw gaat een nachtje uit logeren. Mevrouw Schuurman komt op Pim en Pom passen. De vrouw belooft dat Pim en Pom hele lieve poezen zullen zijn en dat ze vast veel plezier zullen hebben. Maar mevrouw Schuurman is helemaal niet aardig en allerlei dingen die ze van de vrouw wel mogen, mogen ze van mevrouw Schuurman niet. Het allerergste is dat ze niet samen in hun mand mogen slapen. Als er ook nog geen lichtje mag blijven branden, komen Pim en Pom in opstand. Ze plunderen de koelkast en gaan buiten dansen in de modder. Natuurlijk is mevrouw Schuurman woedend en als de vrouw terugkomt loopt ze boos weg.

Pim en Pom gaan samen naar de markt, op zoek naar de viskraam. Maar als ze daar hun buikjes vol hebben gegeten, kunnen ze de weg terug naar huis niet meer vinden. Tot hun schrik zijn ze echt verdwaald! Op de heenweg gingen ze hun neus achterna, maar nu ruiken ze alleen maar vis en geen spoor van hun mandje. Maar dan horen ze het draaiorgel spelen. Dat hebben ze toch op de heenweg ook gehoord?! Gelukkig, nu herkennen Pim en Pom de weg en wat zijn ze blij als ze hun eigen mandje ruiken!

De vrouw heeft een vriendin op bezoek en die heeft haar zoontje Bas meegenomen. Bas speelt dat hij een stoere cowboy is. Hij probeert Pim en Pom met zijn lasso te vangen. Pim en Pom bedenken dat ze Indianen zijn die cowboy Bas in een hinderlaag lokken. Ze vangen Bas en maken hem vast aan de totempaal. Nu is het tijd voor een vreugdedans! Maar de stoere cowboy is ineens bang. Hij huilt. Als hij belooft Pim en Pom niet meer achterna te zitten, maken ze hem los en roken ze de vredespijp. Als Bas weer naar huis moet, nemen ze afscheid van elkaar als de beste vrienden.

De vrouw gaat paardrijden en Pim en Pom mogen spelen in de manege. Daar maken ze kennis met een prachtig zwart paard. Hij heeft al heel veel prijzen gewonnen en vindt zichzelf heel erg belangrijk. Pim wil graag een keertje paardrijden, maar dat vindt het grote zwarte paard heel dom. Poezen rijden toch geen paard? Verdrietig gaat Pim buiten kijken en komt de pony Torpedo tegen. Torpedo klaagt dat niemand op hem rijden wil omdat ie te wild is. Maar Pim durft het wel en samen doen ze de moeilijkste sprongen en dressuuroefeningen. Zelfs het grote zwarte paard is onder de indruk en de pony Torpedo krijgt een echte prijs!

Het vriest en de vrouw gaat lekker buiten schaatsen. Dat willen Pim en Pom ook wel en ze gaan ook naar buiten. Daar komen ze hun vrienden Kees en Pastei tegen en met z'n vieren gaan ze schaatsen op de sloot. Pim kan het heel erg goed, hij maakt sprongen en pirouettes. Pom glijdt met lange slagen over het ijs. Kees vindt het moeilijk om op vier poten te schaatsen. Dus gebruikt hij een stoel om op te leunen. Maar als Pastei vol goede moed het ijs op springt, zakt ie erdoor. Dat is koud! Pim en Pom trekken Pastei uit het water. Nu mag hij lekker op de stoel zitten terwijl Kees hem vooruit duwt. Zo zijn ze net een optocht!

Het is nacht. Pim zit voor het raam en kijkt naar de maan. Als hij Pom vertelt over het mannetje op de maan, zegt Pom dat het mannetje op de maan niet bestaat. Dat wil Pim niet geloven. En hij gaat naar buiten, het dak op. Wanneer Pom toch ook op het dak komt, ontdekt hij dat Pim met een laddertje naar de maan is geklommen. Pom gaat hem achterna. Op de maan komen ze het mannetje tegen. Dus hij bestaat toch! Het mannetje vertelt Pim en Pom over zijn leven. Maar als het licht wordt moeten Pim en Pom gauw weer terug naar hun huis en blijft het mannetje alleen achter op de maan.

De vrouw maakt een schilderij van Pim en Pom. Maar als ze even een kopje koffie gaat drinken, gaan Pim en Pom zelf het schilderij afmaken. Pom gebruikt het penseel en Pim schildert met zijn pootjes. Ze gaan zo op in hun werk dat ze met schildersezel en al op de grond vallen. Daar gaan ze verder met hun 'action painting'. Wanneer de vrouw op het lawaai afkomt is ze heel erg boos omdat haar schilderij verpest is. Maar dan ziet ze de prachtige kleuren en als ze het schilderij op z'n kop houdt is het toch wel heel goed gelukt. Zo goed zelfs, dat ze het boven de bank hangt.

De vrouw ruimt de zolder op en zet een oud fietsje op straat. 'Daar zal een ander kindje vast blij mee zijn', zegt ze. Maar Pim en Pom vinden het fietsje ook heel erg leuk. Samen gaan ze een eindje rijden. Pim fietst en Pom zit achterop. Maar Pim kent de verkeersregels niet. Hij rijdt bijna een voetganger omver en als ze op een kruispunt komen met verkeerslichten... Dat loopt maar net goed af. De politie agent is boos op Pim. Hij mag pas weer fietsen als hij de verkeersregels kent. Gelukkig kent Pom ze wel. Hij fietst naar huis en legt Pim op de terugweg alle verkeersregels uit! Zo komen ze veilig thuis.

Pim en Pom kijken hoe de vrouw deeg voor taartjes maakt. Plotseling schiet er een muis voorbij. De vrouw schrikt zich een hoedje, rent de keuken uit en roept dat Pim en Pom de muis moeten vangen. Anders gaat ze de muizenvanger bellen! Pom weet wel een slimme manier om de muis uit zijn holletje te lokken. Pim moet hem daarna helpen de muis te vangen onder een pan. Maar als ze samen even oefenen, loopt het helemaal anders en komt de muis uit zijn holletje om Pim en Pom te bevrijden. Voor deze aardige muis bedenken Pim en Pom een list om hem te redden van de muizenvanger.

Pim heeft een dansfeest georganiseerd. Kees en Pastei komen ook. Maar Pom vindt een dansfeest helemaal geen goed idee, want hij kan niet dansen! Pim probeert het hem te leren, maar het lukt niet. Als het feest begint is Kees de discjockey. Hij draait allerlei verschillende muziek en Pastei leert Pim en Pom allerlei verschillende dansen. Van reggae tot disco. Pom doet ijverig mee, maar als hij klassieke muziek hoort, wordt hij helemaal blij en danst een prachtig ballet. Zo geniet iedereen van zijn eigen muziek en danst op zijn eigen manier.

Pim en Pom spelen in de tuin. Pim verzamelt mooie witte steentjes in een doos. Daar komt Kees. Hij kan zijn hondenhok niet in, want er ligt een duif voor. Pim en Pom weten wel raad: ze zullen die duif eens laten schrikken, dan vliegt ze wel weg. Maar de duif beweegt niet... Ze is dood. Maar wat is dat: dood? Pom legt uit aan Pim wat dat betekent en stelt voor de duif te gaan begraven. Allemaal doen ze iets voor de begrafenis van de duif: Kees graaft het gat en de duif wordt door Pim in zijn doos gelegd. Pom houdt een toespraak en tenslotte versiert Pim het graf met zijn witte steentjes. Zo kunnen ze altijd die plaats terugvinden.

De vrouw komt de kamer binnen en is blij dat Pom er niet is. Nu kan ze het cadeautje voor zijn verjaardag morgen even netjes inpakken en wegbergen. Pim is nieuwsgierig: wat is het cadeau? Maar de vrouw zegt dat hij het niet aan Pom mag verklappen. Maar zo'n geheim bewaren is moeilijk. Pim wil zo graag vertellen wat Pom krijgt voor zijn verjaardag en Pom is ook heel erg nieuwsgierig. Maar Pim houdt net op tijd zijn mond en hij houdt ook Pom tegen als die het cadeautje bijna heeft gevonden! Want een verrassing is toch ook juist heel leuk. En daar is Pom het mee eens.

Pim en Pom kijken hoe de vrouw een jurk aan het naaien is. Ze gebruikt een ingewikkeld papieren patroon. Maar dat papier lijkt wel een schatkaart. Pim en Pom begrijpen precies welke weg ze moeten volgen en gaan met de kaart op pad. Ze gaan op een piratenschip naar het schateiland, volgen het spoor door een grot en beginnen te graven naar de schat. Daar is opeens de vrouw. Ze is boos. Haar naaipatroon is helemaal vies en gekreukeld! Maar wat ziet ze daar: haar gouden ring! Die was ze verloren bij het tuinieren. Pim en Pom hebben hem opgegraven en een echte schat gevonden!

Heerlijk liggen Pim en Pom bij de vrouw op schoot. Totdat de koekoeksklok laat weten dat het drie uur is. De vrouw springt op, straks is ze niet op tijd voor haar afspraak. Pim en Pom vinden die koekoeksklok een vervelende spelbreker. Die moeten ze kwijt. Pim heeft een idee: We gooien de klok van de wereld af! Maar de wereld is rond, legt Pom uit, ook al lijkt ie soms plat als je naar de horizon kijkt. Samen gaan ze op onderzoek uit. Maar aan het einde van hun reis gooit Pim de klok van de hoge schutting af in de tuin. De koekoek is kapot. Hij kan niet meer koekoeken en de vrouw waarschuwen voor haar afspraken.

Pim zit voor het raam en kijkt naar buiten. Het is nog donker, maar daar ziet hij iets bewegen. Het is de paashaas! Pim en Pom gaan de tuin in en stellen zich voor aan de paashaas. Die schrikt heel erg, want les één op de paashaasschool is zorgen dat niemand je ooit ziet. Pim en Pom beloven plechtig niks te zullen verklappen en omdat het al licht begint te worden, bieden ze aan de paashaas te helpen bij het verstoppen van de eieren. Ze zijn net op tijd klaar. Daar komen Pastei en Kees al aan om samen met Pim en Pom paaseieren te zoeken.

Pim en Pom huppelen door het park. Daar vinden ze een ei, zomaar in het gras. Het ei komt uit en het kuiken denkt dat Pim zijn moeder is. Pim is helemaal ontroerd en wil graag de moeder zijn van dit kuikentje. Maar Pom weet wel beter: Pim en Pom zijn katten en die kunnen geen kuiken opvoeden. Ze gaan op zoek naar de moeder van het kuikentje. Maar hij hoort niet bij een eendenfamilie en hij is ook niet het kuiken van een zwaan... Net als Pim en Pom bedacht hebben hoe ze zelf het kuiken liefdevol zullen gaan opvoeden, komt een grote gans op hen af. Dat is de moeder! 'Dag lief kuikentje', zeggen Pim en Pom.

Het is herfst en het stormt. De bladeren vliegen langs het raam van het huis van Pim en Pom. Wanneer de storm is gaan liggen, gaan Pim en Pom de tuin in. De grond ligt vol met bladeren, takken zijn van de boom gewaaid. Alles is anders. Daar horen ze een zacht gehuil... Een kabouter zit te snikken omdat zijn hele dorp verdwenen is. Al zijn neefjes en nichtjes woonden in de paddestoelen die hier in een kring stonden. Maar door de storm is nu alles anders! Alles is weg! Pim en Pom komen de kabouter te hulp. Ze vegen de bladeren weg en ja hoor, ze redden het hele paddestoelendorp, met alle neefjes en nichtjes.

Er komt een poes spelen bij Pim en Pom, hij heet Archibald. Pim en Pom vertellen hem dat zij altijd samen spelen en elkaars beste vriend zijn. Archibald is gewend altijd alleen te zijn en is jaloers op de vriendschap tussen Pim en Pom. Archibald mag kiezen welk spel ze met z'n drieën zullen spelen, maar Archibald wil alleen met Pim spelen en niet met Pom. Archibald stookt tussen Pim en Pom in de hoop met één van beide vriendschap te sluiten. Wanneer dat niet lukt is hij heel teleurgesteld. Hij zou ook zo graag een beste vriend hebben. Pim en Pom leren hem dat je ook met z'n drieën leuk kunt spelen. En dat doen ze.

Pim en Pom zijn in de tuin. Daar zien ze de vriend van buurhond Kees, de teckel Paco. Paco heeft heel korte achterpootjes, hij kan niet gewoon lopen, maar heeft een karretje met wieltjes. Pom legt aan Pim uit dat Paco gehandicapt is en ook wat dat woord betekent. Maar Pim vindt 'gehandicapt' eng. Paco wil met Pim en Pom spelen. Hij wil tikkertje doen. Pom toont volop begrip voor de handicap van Paco en loopt extra langzaam, zodat Paco hem gemakkelijk zal kunnen tikken. Maar zo vindt Paco er niks aan. Hij gaat snel achter Pim aan, die heel bang wegrent. Paco laat Pim zijn korte achterpootjes zien en voelen en Pim ontdekt dat het niet eng is.

De vrouw heeft een mooie taart gemaakt voor een wedstrijd op de televisie. Pastei komt even langs en zegt dat hij de jury is en de jury moet ook even proeven. Hij likt een deel van de slagroom van de taart. Nu is de taart helemaal niet mooi meer. 'Weet je wat', zegt Pim, 'ik lik het andere deel van de slagroom wel op'. Pom raakt in paniek. Met deze taart kan de vrouw niet naar de taartenwedstrijd. Pim en Pom versieren de taart opnieuw met visjes, snoepjes, marsepeinen poezenbeeldjes en een vogeltje met een takje in zijn snavel. De vrouw durft er eigenlijk niet mee naar de wedstrijd maar de jury vindt deze taart het allermooiste.