Cas komt in gewetensnood als zijn beroepsgeheim hem verbiedt officier van justitie Carvalho te waarschuwen dat diens leven gevaar loopt.

Na een overval worden er twee verdachten opgepakt: Gerard te Riele, een kleine crimineel, en een junk. Helen neemt de verdediging van Te Riele op zich, maar dan blijkt dat de junk verdedigd wordt door haar ex.

Han Postuma wordt via een bloedtransfusie besmet met het HIV-virus. Mourad staat hem terzijde als hij en zijn vrouw de bloedbank aanklagen.

In Antwerpen verdedigt Pam een jonge Nederlandse homofiel die terecht staat voor moord op een keurig getrouwde Vlaamse notaris, met wie hij zegt een verhouding te hebben gehad.

Op de dag dat Victors vader wordt begraven slaat er een computervirus toe op kantoor. Daar wordt Mourad opgezadeld met een asielzoeker met wie hij absoluut niet kan communiceren.

Een psychiater wordt ervan beschuldigd een patiënte seksueel te hebben misbruikt. Hij wil de verdediging zelf doen en Helen staat voor de taak voldoende bewijslast te verzamelen.

Cas moet een skinhead verdedigen die een buitenlander heeft afgetuigd.

Victor nodigt zijn collega's uit in het buitenhuis dat hij geërfd heeft van zijn overleden vader om te praten over de toekomst van het kantoor Van Gilze Wesseling.