Alphonse wordt aangevallen door maffialeden tijdens zijn werk, dat hij met moeite probeert te behouden. In therapie bespreekt hij zijn moeders verdwijning toen hij klein was. Dan wordt hij ontslagen en dezelfde dag hoort hij dat zijn vervreemde vader in het ziekenhuis ligt. Alphonse probeert hun band weer aan te halen, maar ontdekt dat zijn vader zijn hele leven stiekem als gigolo heeft gewerkt.

Alphonses beste klant, Adèle, heeft een lastige kleinzoon die achter haar geld aan zit. Alphonse en zijn vader ruziën over het management als Alphonse een wonderkind blijkt te zijn. Margot begint een affaire met de lesbische hypotheekadviseur van het stel. Alphonses moeder, pas weduwe geworden in Italië, keert terug naar Parijs.

Alphonse en Adèle werken samen om haar kleinzoon in de gevangenis te krijgen. Margot betrapt Alphonse, maar als de waarheid wordt onthuld, krijgt hun huwelijk een nieuwe start. Jacques probeert weer aan het werk te gaan, maar beseft dat hij weleens verliefd zou kunnen zijn op Martha, zijn moeilijkste klant. Adèles gezondheid gaat achteruit en ze laat haar overgebleven fortuin aan Alphonse na.

Wraakzuchtig en hebberig huurt Adèles kleinzoon de luie privédetective Wilfried in om zijn oma's vermogen op te sporen. Alphonse is nu rijk en wil zijn vrouw het luxe leven geven waarvan ze altijd hebben gedroomd, maar Jacques vindt dat het geld van hem is en gaat ermee vandoor. We ontdekken dat Alphonses moeder was gedwongen het gezin te verlaten.

Alphonse en Margot moeten een luxe vakantie in Nice improviseren. Eenzaam in Parijs belt Alphonses moeder een escortbureau dat hoog staat aangeschreven. Jacques vraagt Martha ten huwelijk, maar Wilfried is hem te slim af en hij verliest het geld. Alphonses eerste klant na de vakantie is een prachtige vrouw met een zuidelijk accent.