Riga 1992. Elvis, een Letse jongen van tien jaar, raakt getraumatiseerd als hij getuige is van zijn moeders dood. Zijn vader Juris haalt de jongen stiekem uit het ziekenhuis en samen gaan ze op zoek naar een nieuwe moeder. Met de twijfelachtige economische en sociale positie van Letland in het achterhoofd, ziet Juris maar één uitweg; hij wil Marie terugvinden, de Nederlandse penvriendin uit zijn jeugd. 
Dwars door Europa gaan Juris en Elvis op zoek naar Marie, waarbij ze geconfronteerd worden met Nederland en Nederland met hun.

A widowed Latvian father's quest for a much-loved Dutch pen pal, whom he hasn't heard from in three decades, provides the basis of this comedy-drama. The father is accompanied by his traumatized and mute eight-year-old son whom he had to kidnap from a Riga hospital. Together, the two flee towards Holland where the father Yuris hopes to find his long-lost friend Marie, whom he remembers as a great beauty. During the long journey, father and son have several funny adventures, many of which occur because neither father nor son speak much Dutch. They finally arrive at Marie's door empty-handed. What they find, gives them little hope, for the lithe young idealist of Yuris' dreams has become middle-aged and cynical.