Op 28 juni 1914 leidt de moord op een obscure Oostenrijkse aartshertog in Sarajevo tot het meest rampzalige conflict dat de wereld ooit heeft gekend. Duitsland wordt een vijand van Frankrijk, valt België binnen en komt in september aan bij de poorten van Parijs.

Het Franse leger stopt de Duitse opmars bij de slag om de Marne, terwijl de Duitsers de Russen stoppen bij Tannenberg aan het oostfront. In Frankrijk graven de strijdende partijen zich gedurende 4 jaar in de loopgraven. Soldaten uit de koloniën helpen hun kolonisten een handje en de oorlog wordt mondiaal.

1916. De oorlog woedt in Europa en strekt zich uit van de loopgraven in Frankrijk tot de Italiaanse Alpen en de Balkan, en verder tot aan de poorten van de oosterse wereld. Het conflict wordt industrieel, en miljoenen granaten regenen op de slagvelden; Verdun en de Somme zijn de dodelijkste veldslagen in dit tweede oorlogsjaar. Wie kan deze helse machine stoppen?

1917. Mensen hebben genoeg van de oorlog. Achter de schermen broeien opstanden, zoals die waarbij de tsaar in Rusland ten val kwam; aan het front beginnen soldaten te muiten zoals bij Chemin des Dames in Frankrijk. Duitse onderzeeëraanvallen in de Atlantische Oceaan zullen de Amerikanen uiteindelijk de oorlog in trekken, maar ze komen te laat om het bloedbad van de Slag bij Passendale te helpen voorkomen.

Alles lijkt verloren voor de geallieerden. De Italianen worden verslagen bij Caporette en een bolsjewistisch Rusland trekt zich terug uit de oorlog. Maar de Amerikaanse versterkingen zijn doorslaggevend en de geallieerden komen als overwinnaar tevoorschijn. De geallieerden zijn niet in staat om over een eervol vredesakkoord te onderhandelen, en het Verdrag van Versailles, twintig jaar later, zal rampzalige gevolgen hebben