At the traditional Muslim funeral service for his father Fikret Varupa, sixteen year old boy from Sarajevo, learns that his father owes money to Hamid, a man he does not even know. The debt is considerable and Hamid does not want it to go to the grave with the body, so the debt automatically passes from the father to the son. Since in Bosnia this way of collecting debts, at a funeral, is considered to be utterly humiliating, it is never, ever applied. Fikret and his entire family become subjects of ridicule. Fikret, who is practically still a child, is decisive to "redeem his father's soul". Wishing to repay his father's debt and to secure the forgiveness, Fikret wanders into the real world of Sarajevo, the world that is ruled by post-war chaos, misery and poverty and becomes an ideal target for two corrupted policemen who wish to "help" him: they plant the kidnapped girl on him.

Zes veertienjarige tieners spijbelen op school om in de bossen te gaan spelen, maar een ritje op een gestolen motor verandert hun lot en hun leven. Zij botsen op Peter, een slordige lanterfanter, die het leuk vindt om met een groep kinderen rond te hangen. Eerst wint hij hun vertrouwen door aan hun spelletjes deel te nemen, maar dan begint zijn gedrag langzaamaan te veranderen. Peter gebruikt wat hij in die korte tijd over de kinderen geleerd heeft tegen hen. Hij hangt de bullebak uit tegenover de sterksten, spot met de zwaksten en bewaart het ergste voor het enige meisje van de groep. De bende beseft te laat dat zij door Peter worden gevangen gehouden en wanneer Peter erkent dat hij te ver gegaan is, beginnen de dingen pas echt afschrikwekkend te worden.